Netwerk wetenswaardigheden |
Copyright (c) : SoftG Laatste Mod.: 2 Mei 2010 Contact: Jan de Grood
|
  |
Een netwerk bestaat over het algemeen uit één of meerdere servers en een aantal werkstations, gekoppeld via speciale bekabeling. Alle aan deze kabel gekoppelde PC's zijn voorzien van een netwerk-kaart. De beste manier om computers in een netwerk te koppelen is door gebruik te maken van "Unshielded Twisted Pair" (UTP, 10BaseT) of in goed Nederlands getwiste bedrading zonder afscherming (8-aderige CAT-5 kabel). De hier gebruikte connector is van het RJ45 type, vergelijkbaar met de kleine telefoonplug. De aansluitingen hiervan zijn gestandaardiseerd t.b.v. gebruik voor EtherNet. Bij UTP bedrading is als sterpunt een zgn. "Hub" nodig, waarop alle PC's worden aangesloten. Dit type netwerk is betrouwbaarder dan de ouderwetse coax versie en kan tijdens bedrijf worden uitgebreid of gewijzigd. De kabel is goedkoper dan coax, echter de noodzaak tot het gebruik van een switch brengt wel extra kosten met zich mee. Over UTP zijn diverse snelheden mogelijk afhankelijk van de gebruikte apparatuur, t.w. 10, 100 of 1000 Megabits per seconde. Hierbij is de kwaliteit van de kabel en de installatie ervan zeer belangrijk. De kabel dient aan de CAT5(E)-norm te voldoen. Gebruik van "platte" kabel zal veel storingen veroorzaken! Om een netwerk nog efficienter te laten functioneren kan in plaats van een hub een switch worden gebruikt. Bij een hub wordt alle verkeer naar alle poorten gestuurd, bij een switch alleen naar de poorten waarvoor het bestemd is. Er is zo een grotere bandbreedte beschikbaar. Momenteel worden hubs nog zelden gebruikt omdat de prijs van een switch vrijwel gelijk of lager is dan van een hub. Natuurlijk is het ook mogelijk om bijv. telefoon-aansluitingen via deze kabel te laten lopen, dus òf telefoon òf computer over één kabel. Dit bespaart de aanlegkosten van separate telefoonbekabeling. Verder is ook glasvezelkabel te gebruiken, de snelheid is gelijk aan die van UTP-kabel, doch de lengte kan vele kilometers zijn. Het voordeel van glasvezel is dat het ongevoelig is voor storing en bliksem-inslag, het nadeel is dat het kwetsbaar en duur is. Een simpel stofje in een connector kan een storing veroorzaken... Werk dus stof-arm en doe dus altijd een plastic dopje op ongebruikte glas-connectoren! Als laatste wordt wireless LAN steeds populairder. Hierbij krijgt iedere node een speciale wireless kaart, deze maakt contact met het dichtsbijzijnde ACCESSPONT. Dit accesspoint is vergelijkbaar met een hub, alle aangesloten computers zullen ALLE verkeer te zien krijgen. Op dit moment worden 3 protocollen gebruikt. t.w. 802.11B (11Mb/sec), 802.11G (54Mb/sec) en 802.11N (>100Mb/sec). In de praktijk zullen deze snelheden nooit worden gehaald omdat de beschikbare bandbreedte moet worden gedeeld met alle computers die van een bepaald accesspoint gebruik maken. Ook als een 802.11B node samen met een 802.11G node gebruik maakt van hetzelfde accesspoint zal de maximale snelheid uitkomen op ong. 17 Mb/sec. Er dient veel aandacht aan de security te worden besteed omdat de radiogolven door iedereen kunnen worden ontvangen. Een niveau hoger hebben we te maken met de signalen die over de kabel gaan. Hiervoor zijn internationale afspraken gemaakt, de zgn. PROTOCOLLEN. Het meest gebruikt protocol in de wereld is TCP/IP, hiermee kunt U communiceren met grote computers en met het Internet. Een IP-adres bestaat uit 4 getallen tussen 0 en 255 waarbij het subnetmask aangeeft welk deel als netwerk-adres en welk als node-adres moet worden gezien. De huidige IP-adressen zijn bijna allemaal in gebruik zodat er een noodzaak was voor een nieuw TCP/IP protocol, dat is IPv6 geworden. In het internet worden veel routers gebruikt, hiermee wordt een deel van het netwerkverkeer (broadcast en collisions) geblokkeerd zodat alleen het noodzakelijke verkeer over een netwerk loopt.Iedere netwerk-kaart bezit een uniek nummer, het zgn. MAC-adres. Dit bestaat uit 12 hexadecimale digits, waarvan de eerste 6 de leverancierscode aangeven.
Kabel specificaties Coax kabel : Maximale lengte 185 meter, maximaal 30 stations per segment (server en repeaters inbegrepen!), minimale afstand tussen twee aansluitingen 50 cm. Maximaal 3 segmenten tussen twee stations. Topologie : bus, station moet direct op tab zijn aangesloten, afsluiting 50 Ohm aan beide uiteinden. Eigenschappen : Goedkoop (geen hub nodig), echter niet meer van deze tijd! Maximale snelheid 10 MegaBit/Seconde (10Base2) UTP : Maximale afstand tussen switch en station is 100 meter. Aanbevolen kabel : CAT5(E) of eventueel de veel duurdere CAT6. Topologie : ster (switch of hub nodig) Eigenschappen : Goedkope bekabeling Eenvoudig bij gebruik in dynamische omgeving (veel verhuizen) Bekabeling ook voor andere zaken bruikbaar, bijv. telefoon. Snelheden : 10 MegaBit/Seconde (10BaseT) 100 MegaBit/Seconde (100BaseT via 10/100 switch) 1000 MegaBit/Seconde (1000BaseT via gigabit switch) Glasvezel : Max. afstand tussen switch en station voor multimode kabel is 1800 meter, voor singlemode tientallen kilometers. Topologie : ster (switch of hub nodig) Eigenschappen : Ongevoelig voor bliksem-inslag Ongevoelig voor storingen van buitenaf (motoren, zenders, enz.) Niet af te tappen (security!). Geschikt voor langere afstanden, bijv. tussen gebouwen. Hoge prijs voor bekabeling en apparatuur Snelheden : 10 MegaBit/Seconde (10BaseF) 100 MegaBit/Seconde (100BaseF) 1000 MegaBit/Seconde (Gigabit, 1000BaseF) 10 GigaBit/Seconde (10GBaseF), alleen via Single-mode 40 GigaBit/Seconde, alleen via Single-mode Bij gebruik van de juiste interfaces (GBICs) zijn grote afstanden (tot ong. 40km) te overbruggen PTT-lijn : Geschikt voor onbeperkte afstanden. Topologie : point-to-point (routers nodig) Eigenschappen : Verbinding tussen twee of meerdere vestigingen of naar (Internet) provider Snelheden : Analoog (modem) : tot 56 KiloBits/Seconde Huurlijn : 2 to 32 MegaBit/Seconde ISDN : 128 KiloBit/Seconde (Basic Rate Interface, beide kanalen gebruikt) DUUR!! ISDN30 : ong. 2 MegaBit/Seconde (ZEER DUUR!!!) ADSL : > 20 MegaBit/Seconde CityRing : > 100 MegaBit/Seconde Wireless : Geschikt voor korte afstanden, sterk afhankelijk van omstandigheden zoals (natte) bomen, metalen objecten, externe stoorbronnen, enz. IEEE 802.11a : 54 MegaBit/Seconde in de 5 GHz band. IEEE 802.11b : 11 MegaBit/Seconde in de 2,4GHz band. IEEE 802.11g : 54 MegaBit/Seconde in de 2,4GHz band. IEEE 802.11n : 130 MegaBit/Seconde in de 2,4GHz band. IEEE 802.11ac : (Toekomst) 1 GigaBit/Seconde in de 5 GHz band. De genoemde frequenties zijn 5MHz breed (TV-kanalen), voor een WiFi connectie zijn 5 kanalen nodig. Bij het verdelen van de kanalen dienen verschillende frequenties te worden gebruikt om onderling storen te voorkomen. Een goed regel is bijv. kanaal 1, 6 en 11. De toegelaten kanalen verschillen van land tot land. In Amerika bijvoorbeeld schrijft de FCC voor dat enkel kanalen 1 tot 11 gebruikt mogen worden. In Europa zijn de kanalen 1-13 beschikbaar voor 802.11b, maar is het uitgezonden vermogen wat beperkt (slechts 100 mW) om de interferentie met andere kanalen te verminderen. Kanalen 10 en 11 zijn de enige kanalen die overal ter wereld werken omdat in Spanje de kanalen 1 tot 9 niet gebruikt mogen worden voor 802.11b. De volledige frequentielijst van EEE STD 802.11b-1999/Cor 1-2001 ziet er als volgt uit:
Kanaal 14 wordt (waar het beschikbaar is) enkel gebruikt voor 802.11b. |